Dat werd nog eens versterkt doordat mijn visum
verliep. Ik moest dus echt een verblijfsvergunning regelen. Het eerste waar je daarbij
aan denkt is een AIDS-test, althans, hier in Amman blijkbaar wel. Een negatieve test
zou een voorwaarde zijn voor een verblijfsvergunning. Bloed afnemen dus. En wel met
de Jordaanse slag uiteraard. We werden naar het dichtstbijzijnde kliniekje gebracht. De moed zakte mij in de schoenen
bij de aanblik van dit pand. Compleet verwaarloosd, en overal lag rommel, zelfs binnen. Als
ze mij hadden gezegd dat dit een kraakpand was had ik het ook geloofd. Bij
binnenkomst werd ons gevraagd om plaats te nemen op een bankje. Ik zat naast
een stapel buisjes gevuld met bloed en een grote zak erom heen. Er schoot echt
door mijn hoofd dat ik niet mijn Amman-ervaring wilde afronden met een portie HIV.
Gelukkig werd er met schone naalden gewerkt. Mijn naam werd echter met pen op
het buisje geschreven :-). Ik achtte de kans vrij groot dat dit buisje niet meer aan mijn paspoort viel te linken. De mannen in witte jas wilden nog wel
op de foto:
Vandaag was het
dan zo ver. We bleken geen AIDS te hebben, altijd goed nieuws. Het papierwerk
moest in het politiebureau worden afgewerkt. Onderweg naar het bureau wist de
chauffeur nog te vertellen dat de
AIDS-test allang niet meer nodig was voor een verblijfsvergunning. Dat de
bloedkliniek dit niet aangaf zal wel komen omdat ze dan hun eigen inkomstenbron
zouden verpesten. Het politiebureau
bleek ook een avontuur. Totaal geen structuur, geen bordjes met uitleg, geen nummertjes
trekken of überhaupt een proces om de grote stroom van mensen af te handelen. Eerst moesten we vingerafdrukken laten maken. Op de ouderwetse manier,
met een inkt rollertje over heel je handen. Nadat ik op een velletje papier had
gekliederd mocht ik ze weer wassen. De inkt ging er natuurlijk niet zomaar af waardoor
iedereen op dat bureau met pikzwarte handen rondliep, wat wel een mooi gezicht
was. Eind goed, al goed, want Misha en ik zijn nu inwoners van Jordanië!
Dat we voor vol
worden aangezien bleek ook bij de start van de werkweek, afgelopen zondag. Nietsvermoedend gingen
Misha en ik aan het werk toen we zagen dat iedereen zijn jas aan deed en naar
buiten liep. Bij navraag bleek dat de moeder van een van de collega’s was
overleden en iedereen ging op condoleance. Wij mochten mee. Ik viel echt achterover van verbazing toen ik
het complete kantoor in een stoet van autos naar het huis van die collega zag
rijden. Dit zou in Nederland toch nooit gebeuren. Het huis lag in het straatarme oosten van Amman. Een compleet andere
wereld die we nog niet hadden gezien. Bij aankomst werden de mannen van de vrouwen
gescheiden. De mannelijke collega die zijn moeder had verloren werd gekust (ook door de mannen uiteraard) en
geknuffeld. Ik
nam plaats in de kamer voor de mannen en de alleen overgebleven vader kwam
naast mij zitten. Hij begon in het Arabisch over zijn overleden
vrouw te vertellen terwijl de tranen over zijn gezicht liepen. Mijn collega vertaalde het voor mij. De verhalen waren
bijzonder. Ze waren 55 jaar getrouwd en hadden nog nooit ruzie gehad! De reden
daarvoor werd al snel duidelijk. Deze vrouw, die de leeftijd van 72 had bereikt,
had heel haar leven aan haar familie en haar man gewijd. Iedereen leefde bij
haar thuis, haar man, zijn broers, haar kinderen en ook haar zussen. De man
gaf aan dat zij in die 55 jaar nog nooit had gevraagd of ze een keer op stap of uit eten mocht, maar dat hij haar wel eens mee naar buiten nam. Ik kreeg daardoor toch een andere kijk op het verhaal. Tis lastig om niet te oordelen op
zo’n moment. Ik hoop maar dat dit slechts een oudere generatie betreft. Het afscheid was erg hartelijk en ik werd zowaar ook gekust en geknuffeld. Later kreeg ik te horen dat het team erg onder de indruk was van het feit dat wij meekwamen. We werden gezien als onderdeel van de familie en men kon zich niet voorstellen dat wij over 3 maanden weer zouden vertrekken. Ik blijf het zeggen, ik ben enorm onder de indruk van de lieve mensen hier.
Het wordt ook tijd dat ik mijn vocabulair van zo'n 60 Arabische woordjes uitbreid en leer zinnen te bouwen. Ik ga op Arabische les! Dit wordt zelfs vergoed van het bedrijf wat top is natuurlijk.
Tot slot hebben we nog gegeten in het Royal Hotel, wat tevens het hoogste gebouw in Amman is.
Ik heb mijzelf naar de bovenste verdieping weten te lullen en kan een paar uitzicht foto's van Amman bieden: