Sunday, 29 April 2012

Jerusalem & Bethlehem

Palestina stond al een tijdje op het lijstje. Last minute besloten we een collega van Save the Children op te zoeken in Rahmallah. Hij bood aan om ons rond te leiden naar de hot spots op de West-Bank. Heerlijk vooruitzicht. We combineerden dit met Jerusalem. Bovendien was het Pesach en Pasen dat weekend. Dubbel joy!


Eerst dienden we maar eens de grens over te steken. De grens tussen Israël en Jordanië is feitelijk enkel een brug. Deze brug is in 5 minuten over te steken, maar de afstand neemt ten minste een uur in beslag, als je geluk hebt. De vele checkpoints en overdreven zware processen zorgden voor een weinig efficiënte grensovergang.


Jerusalem
Aankomst in Oost-Jerusalem voelde vertrouwd omdat het er eigenlijk aanvoelde als Amman gezien de overwegend Arabische bevolking. Op 16 jarige leeftijd had ik Jerusalem al eens gezien, maar nooit de oostkant. We namen meteen een kijkje in de oude stad. 


Het bijzondere van Jerusalem blijft dat het voor drie godsdiensten als heilige stad wordt gezien. Het herbergt de Al Aqsa moskee, naast Mekka en Medina, het derde belangrijke heiligdom voor moslims. Jezus is er aan het kruis genageld en de Joodse gemeenschap heeft er uiteraard de klaagmuur. Je kon je onmogelijk aan een van deze groepen gelovigen onttrekken.  


De Al Aqsa moskee (capaciteit voor 5000) liep leeg op het moment dat we ons door de kleine straatjes wurmden.




En dwars door de mensenmassa heen werden de lichamen van zojuist overleden mensen rondgedragen. Een opzienbarend gezicht zo'n open kist. Dit schijnt overigens in sommige dorpen in Jordanië ook een gebruik te zijn.




De christenen van over de hele wereld voerden hun religieus tafreel op. Ik denk dat ik bij elkaar wel 30 levensgrote kruizen heb rond zien dragen door de oude binnenstad. Allemaal om de leidensweg van Christus te ervaren. Minus de martelingen dan.






En dan nog de klaagmuur. Ik wil niet klagen maar vond het een weinig indrukwekkende plek. 
De bijzonder uitgedoste orthodoxe joden blijven wel interessant voor een foto.  




Verder bood de oude stad veel kleine doorkijkjes en straatjes.
Mijn favorieten:



Jersalem in het avondlicht vanaf de Mount of Olives:


Palestina
De volgende ochtend wilden wij vol energie West-Bank verkennen. De festiviteiten gooiden echter roet in het eten. De security officer van Save the Children verbood het ons naar Rahmallah en Nablus af te reizen. De nederzettingen op de West-Bank grijpen dit soort dagen aan om stenen te gooien naar Palestijnen en zo gevechten uit te lokken. En ik maar denken dat het de Palestijnen waren die bekend stonden om stenen gooien. 


We besloten de trip te verplaatsen en als alternatief naar Bethlehem af te reizen. De settlers en de Palestijnen leven daar in perfecte harmonie. 


Het bleek vooral een prachtig glooiend landschap afgewisseld met kleine witte dorpjes en settlements met af en toe een mooi kerkje.





De Muur
Grensovergang bij Bethlehem
Maar hetgeen mij het meest interesseerde was de muur en hoe het de levens van Palestijnen beïnvloedde. In 1967 heeft Israël Oost-Jeruzalem geannexeerd en iedere Palestijn die destijds 'aanwezig was' in de wijk kreeg de mogelijkheid om een Israëlisch verblijfsvergunning aan te vragen. Daarbij moesten ze hun Palestijnse nationaliteit opgeven en loyaliteit aan Israël zweren. In 2005 had slechts 5% dat gedaan, omdat dit te boek staat als je ziel aan de duivel verkopen.


Het nare effect hiervan is echter wel dat het heeft gezorgd voor een driedeling in Palestijnse maatschappij:
         - Palestijnen in Oost-Jeruzalem met Israëlische verblijfsvergunning
         - Palestijnen in Oost-Jeruzalem zonder Israëlische verblijfsvergunning
         - Palestijnen woonachtig in West-Bank of Gaza


De eerste groep heeft de meeste rechten van allemaal, namelijk beschikking over alle sociale voorzieningen van de Israëlische staat en het recht rond te reizen (inclusief het buitenland). 
De tweede groep zonder verblijfsvergunning valt in principe onder Palestijns bestuur en moet het doen met de inferieure diensten die het haar bevolking kan bieden. Zij hebben veel minder bewegingsvrijheid, maar nog wel toegang tot de Al Aqsa moskee.
Tot slot de Palestijnen die wonen op de West-Bank die Israël en de oude stad met haar Islamitisch heiligdom helemaal niet meer binnen mogen.


Israël bepaalt dus precies wie er wel en niet naar de Al Aqsa moskee mag. Wij merkten dit ook omdat ze gedurende het weekend de algehele toegang naar de moskee versperden in verband met mogelijke onrust. Dit schijnt in overige Arabische landen nog politieke issues op te leveren. Diverse geestelijk leiders roepen op om de bedevaart naar Al Aqsa te maken en dus met de Israëliërs te onderhandelen over mogelijke toegang. Deze pogingen worden door radicalen in deze landen echter gezien als het 'normaliseren' van omgangsvormen met de vijand. 


De muur is inmiddels wel een soort cultureel fenomeen geworden met veel leuzen maar ook prachtige kunst. 
De alom bekende en mysterieuze Banksy laat overal zijn creaties achter, al schijnt niemand hem ooit gezien te hebben.


Banksy op z'n best

So true!
Israël is vaak een belangrijk onderwerp van gesprek in ons kantoor in Amman, omdat zowat de helft oorspronkelijk Palestijn is. Bij sommigen is de haat zo ver doorgeschoten dat zelfs de bomaanslagen in Irak van de afgelopen jaren op het conto van de Mossad (Israëlische geheime dienst) wordt geschreven. Anderen betreuren vooral dat de strijdbaarheid van Palestijnen is weggeëbd. De strenge regels en bepalingen die Israël doorvoert maakt van de onderworpen bevolking gedweeë 'schapen' die alles lijdzaam ondergaan. 


Het grootste voorbeeld daarvan vond ik wel de grensovergang van Israël naar Jordanië. Voor iedere 'klasse' passagier stond een andere bus klaar. Toen een groep Palestijnen per abuis de bus voor toeristen wilden betreden werden ze door een Israëlische grensbewaker afgeblaft en als een kudde ongehoorzame beesten naar de andere bus gedirigeerd. 


Bizar om dit alles van zo dicht bij mee te maken. Volgende week gaan we de trip naar Rahmallah en Nablus opnieuw proberen te maken. Ik hoop er nog meer inzichten op te doen over het leven in en rondom de West-Bank. Snel meer dus.

Sunday, 15 April 2012

NGOs voor dummies


Het project hier loopt gesmeerd. De fase waarin we nu zitten is het vertalen van ons concept naar concrete processen, werkbeschrijvingen en systemen. Om hier vaart achter te krijgen hebben we de directeur en adjunct-directrice van Save the Children Jordanië zo ver gekregen om zich twee dagen met ons op te sluiten. Een zogenaamde hei-sessie. Bij compleet gebrek aan hei werd voorgesteld dit in een prachtige vallei aan de Dode Zee te doen genaamd Ma'In. Daar hoefden we niet lang over na te denken. Een prachtige ervaring.




De hotelkamer



Deze schitterende vallei ligt ver beneden zeeniveau, waardoor het grondwater als een waterval de vallei binnenstroomt. Daarbij komt nog dat het water 40 tot 60 graden warm is. Verder is het rondom de Dode Zee het hele jaar tussen de 25 en 35 graden. Heerlijk toeven dus.


Bij een goeie hei-sessie horen ook zakelijke faciliteiten. Daar was voor gezorgd. Een flipchart gemaakt van boomstammen en wat kussens om op te ontspannen. Betere omstandigheden voor het produceren van creatieve ideeën waren echt niet denkbaar. 




Ik heb wel 30 verschillende hei-sessies gehad met locaties variërend van de bossen op de Hoge Veluwe tot het Arsenal stadion in London. Bij dat soort sessies gaat het altijd maar om twee dingen: óf meer inkomsten óf minder kosten, zolang er maar meer winst wordt gemaakt. Bij een NGO is dat net even wat anders, want kostendekkend opereren is waar het om draait. Ook willen ze groeien want meer geld betekent meer mensen, meer projecten en dus ook meer impact op hun doelgroep. Het liefst zouden ze wel een surplus overhouden, wat een moreel verantwoorde versie is van het woord 'winst'. Die surplus wordt dan weer in het ontwikkelen van nieuwe services gestoken.


Tot hier is het goed te volgen. Maar vanaf dat punt was het voor mij onbekend terrein. Waar komt het geld vandaan? Wat doe je om jezelf te onderscheiden van al die 100-duizenden andere NGO's? Wat is überhaupt het product dat je biedt en hoe zet je dat in de markt? 


Ik heb inmiddels wel wat antwoorden voor mijzelf op dit soort vragen kunnen formuleren. 


In het kort: 
Verreweg het gros van het geld ligt bij mega-fondsen en overheden zoals USAID, de EU maar ook Bill & Melinda en de Worldbank. Dergelijke partijen kunnen in een keer tot wel 200 miljoen dollar storten in een project. Dat maakt het erg aantrekkelijk voor NGO's om hun tijd te spenderen om het binnenhalen van dergelijke deals. Het grote gevaar daarbij is de enorme afhankelijk die ontstaat t.a.v. de agenda van dergelijke fondsen. Zij bepalen namelijk de probleemdefinitie, het project en de typen oplossingen. Je wordt simpelweg ingezet als uitvoerder en verliest je eigen gezicht en visie.


Een andere manier is om gebruik te maken van het feit dat je als NGO overal lokaal kantoren met soms wel honderden mensen hebt zitten die exact weten waar de problemen zitten, en hoe die op te lossen. Vaak zelfs gecombineerd met veel data verzameld over de afgelopen jaren. Deze NGO's kunnen die data en kennis vertalen naar gedegen onderzoek (bijvoorbeeld in samenwerking met een lokale universiteit) en daarover publiceren. Dit verandert het spel, want nu vertelt de NGO aan de donor wat er moet gebeuren en hoeveel geld daarvoor nodig is. Het is echter wel een andere manier van denken en van werken. 


Daarbij komt ook nog dit: WAT MOETEN WE DOEN???


In een bedrijf bestaat een strategie en die wordt top-down bepaald, en de rest van de organisatie voegt zich daar naar. Bij ontwikkelingswerk heeft iedere donor, overheid (en soms dus ook NGO) zijn eigen visie op wat er moet gebeuren. Wie heeft er gelijk? Visies spreken elkaar tegen en NGO's doen elkanders werk te niet. 
Gecombineerd met de onkunde, traagheid en corruptie die overheden in deze gebieden met zich meebrengen kan ik mij erg goed voorstellen dat mensen bij NGOs er af en toe de brui aangeven, uit pure wanhoop. Het gevoel dat jouw werk een druppel op een gloeiende plaat is geweest is echt killing voor welke motivatie dan ook.


Om het toch wat positiever te besluiten, mijn NGO: Save the Children is juist erg effectief gebleken om het beleid van overheden te kneden in de juiste richting. Dit komt door hun omvangrijke netwerk in deze kringen die slim wordt ingezet. Als we het nou allemaal eens kunnen worden over de agenda dan geloof ik dat NGOs een groot verschil kunnen maken in het ontwikkelingsproces van derdewereldlanden.

Monday, 9 April 2012

Beiroet

Door de drukte ben ik er niet aan toegekomen om weer een blog te schrijven. Voor een goed blog hoor je af en toe te investeren in het opdoen van ervaringen :-)

Twee weken geleden begon de trip waar ik lang naar uit had gekeken: Beiroet!

Ik had al veel over de stad gehoord en telkens werd de stad opgehemeld voor het eten, het uitgaan en de mensen. Alle drie zijn de revue gepasseerd en ik sluit mij aan bij deze mening. 
Wat een heerlijke stad!
Jeroen trof mij op Beiroet-airport waarna we ons hotelletje in de wijk Hamra opzochten. Voor de zekerheid werd het bed even getest:



Maar ook de föhn. Niet onbelangrijk:


De eerste avond stappen viel wat tegen omdat we niet precies wisten waar alle clubs waren, maar de avonden daarna zouden dat ruimschoots goedmaken.

Zaterdagochtend hebben we het oude centrum ontdekt. Wat bleek, het oude centrum was gloednieuw. De binnenstad was zo vaak beschoten en gebombardeerd tijdens de vele oorlogen die Beiroet heeft gekend, dat men had besloten het volledig opnieuw op te bouwen.
Minutieus is elk gebouw, elke straat en elk plein nagebouwd om de wijk in oorspronkelijke staat te herstellen. Met als gevolg dat het er onwerkelijk nieuw uitziet, en dat de Beiroetenaren zich er niet meer thuis voelen. Het is een soort toeristenattractie geworden. Maar wel een hele fijne:







De reusachtige moskee daargelaten, voelde het stadje aan als een schattig Frans-dorp, wat gezien het koloniale verleden met Frankrijk ook niet verbazend is. De mensen zijn hier dan ook Francofiel. De meesten jongeren die wij ontmoetten spraken een mix tussen Arabisch en Frans met elkaar. En Parijs werd gezien als het Mekka voor Libanezen. 
Om 12 uur 's middags hoor je overigens kerkklokken in plaats van de moskee, die dan 30 minuten later alsnog z'n kans krijgt om zijn gezang ten gehore te brengen. Vind het gezang in Amman prettiger, maar dat terzijde.

De focus op uiterlijk, geheel naar Franse stijl, is alom aanwezig. De aller-sjiekste en hipste winkels kon je er vinden, wat in schril contrast staat met Amman. Daar kom je niet veel verder dan een Zara of een H&M. Ook hangen overal uithangborden voor plastische chirurgie wat ook te zien is aan de vrouwen op straat. Schaamte rondom dit fenomeen is er niet. Ik zag een paar dames die hun nieuwe neus nog met plakkertjes op z'n plaats probeerden te houden.
Ook leek elke oudere dame haar lippen van botox te hebben voorzien, afgemaakt met felrode lippenstift. Het zag er werkelijk niet uit.

Iets anders waar je aan moet wennen in Beiroet is de militaire aanwezigheid. Ze staan overal en zwaar bewapend. 's Nachts in de barstreet reed op een gegeven moment een colonne van militaire hummers voorbij elk met achterin een scherpschutter. Was misschien ook niet zo bedoeld, maar een veilig gevoel gaf het niet. Jeroen maakte al snel vrienden met de mannen.



Een van mijn vrienden vanuit Amman, Ali, nam ons mee naar zijn favoriete restaurant aan zee even buiten Beiroet. Daar hebben we de ware Libanese keuken mogen ervaren. Maar ook een fles Arak, een bekend alcoholisch drankje in de regio, werd in no-time soldaat gemaakt.


Met een kabelbaan de berg op is vaste prik hier. Het bewegelijke eitje waarin we met z'n drieën, lichtelijk beschonken, zaten zorgden nog voor wat paniek bij Ali en Jeroen :-) 



Maar bij aankomst op de top bleek de voor sommigen hachelijke ervaring meer dan de moeite waard.





Het stappen in Beiroet bleek zeer goed mogelijk. Oneindige barstraten en veel extravagante clubs. De meesten vergden een reservering die tenminste een week van te voren was gemaakt. Een prijs voor een tafel kon naar verluidt oplopen tot zo'n 1000 dollar. Ondanks dat we niets vooraf geboekt hadden, hebben we ons met wat lokaal opgedane vrienden goed vermaakt in een paar mooie clubs.


We zijn zelfs meegenomen naar een lokale tent waar toevallig de ouders van één van onze nieuwe vrienden aan het feesten waren. Jeroen en ik hebben daar flink de voetjes van de vloer gehad op heerlijke Arabische muziek. De oude dag wordt hier nog swingend doorgebracht.

Al met al is Beiroet ons enorm bevallen en zeker voor herhaling vatbaar. Ik heb zelfs mijn vlucht verplaatst naar zondagmorgen om nog een derde avond te kunnen stappen. Dat heb ik moeten bekopen met een loodzware werkdag op zondag waar ik mijn ogen nauwelijks open hield. Allemaal onderdeel van de ervaring!